dinsdag 21 juni 2016

Heet leed dat ziekenhuis heet (2)

Klein Bier, zouden de Duitsers zeggen, maar wel exemplarisch. Het leek me handig mijn moeder even te introduceren bij haar nieuws huisarts. Dus maar meteen een afspraak gemaakt. En omdat ik wel voor efficiënt en doelmatig ben, ontwikkelde ik zelf ook een aandoening zodat we twee consulten in één bezoek konden onderbrengen.

Mijn aandoening bestond uit een onderbeen dat 'overnight' Zeppelin-achtige aspiraties bleek te hebben ontwikkeld. In gewonemensentaal: mijn ene onderbeen was dubbel zo dik als het andere. Behalve dat het er niet uitzag, deed het pijn en riepen alle vrouwen in mijn omgeving dat ik naar de dokter moest/dat ik maar nódig zo door moest gaan/dat het geamputeerd zou moeten worden/dat ik dood ging. Zelf vreesde ik een spontane beenexplosie en was ik al stiekem op zoek naar houtkleurig hout voor een DHZ-prothese.

Invalidenparkeerplekken
Tijdens het consult suggereerde de arts dat het een trombosebeen was. Omdat ik dat een aandoening vind voor zielige oude knakkers, wees ik die diagnose af en bovendien was het been net rood. Maar alle andere opties vielen eigenlijk ook af en dus moest ik acuut naar het ziekenhuis voor bloedonderzoek waarbij gericht gekeken zou worden naar trombose en of indicaties voor een ontsteking.

Dus toog ik met moeder en been naar het ziekenhuis. Omdat we beiden erg moeizaam liepen meende ik te weten dat we recht hadden op twee invalidenparkeerplekken, maar in alle bescheidenheid besloot ik er slechts één in bezit te nemen. Keurig een parkeerkaart ingesteld en toch maar even de receptie gemeld dat ik...

Ruptuur
Maar nee, de dames konden geen ontheffing uitschrijven en ik riskeerde een boete van €365 en dus kon ik beter helemaal achterin mijn auto parkeren en weer terug naar de receptie hinken met dat been waarvan niemand  nog kon weten of ik het ueberhaupt wel mocht gebruiken. En dan uiteraard na het prikken weer diezelfde martelgang. En je zou toch denken dat dit soort situaties elke dag wel een keert voorkomt.

En ja, ik snap best dat je vooral moet voorkomen dat zo'n receptioniste zelf dingen mag gaan doen, want voor je het weet gaat ze er misbuik van maken, zo zijn ze wel, die "dames". Wat een land.

De uitslag van de bloedtest bleek wel/niet op trombose te duiden en dus kon ik na thuiskomst meteen weer naar het ziekenhuis voor een echo. Dat verliep heel soepel en was niet onaangenaam. De laborante kon wel zeggen dat het geen trombose was, maar wilde of mocht niet zeggen dat het een ruptuur van een baker's cyste betrof*.


*mag u opzoeken

Heet leed dat ziekenhuis heet

Operaties hakken er altijd stevig in, maar bij iemand die aan dementie lijdt nog net een paar tikjes meer. Dus trof ik mijn moeder de eerste ochtend na opname gefixeerd in haar bed aan. Verder was ze nogal versuft door de haldol.

Dat fixeren doet nogal Zuid-Amerikaans aan, met een band om het middel en banden om de polsen. Je waant je meteen in Guantanamo Bay. Toen ik aangaf dat die banden wel los mochten omdat ik er toch bij was, bleek dat het 'ontfixeren' nog een hele klus is. Je moet er niet aan denken waar dat toe leidt in geval van brand.

Fax
Nog zoiets raars. Bij het ontslag kreeg ik geen medicijnen mee, maar wel een ontslagrecept dat we bij de apotheek dienden in te leveren. In ons geval dus bij de apotheekhoudende huisarts, maar die bleek een deel van de medicatie niet in huis te hebben en omdat noch mijn moeders eigen huisarts betrof noch haar eigen apotheek bleek het op orde krijgen van de gegevens nog een hele klus en dat leidde ertoe dat er een gat viel in de medicatie.

Het overschrijven van de huisarts en de apotheek was al evenmin een sinecure, met als meest opvallende detail dat de apotheek haar gegevens per fax moest opsturen. Was zelf al haast vergeten dat die dingen bestonden, maar de apothekersclub liet - nog geen week later - in een persbericht weten dat zij hun ICT goed op order hebben, in tegenstelling tot de huisartsen en ziekenhuizen. We zullen maar zeggen, eigen stoepje veegt het lekkerst schoon.

De praktijk

Mijn moeder heeft inmiddels haar intrek genomen in de blokhut op het erf. Uiteraard ging het niet helemaal zoals bedacht, want er kwam een gebroken heup aan te pas. Ik was nog net niet klaar met de ekektriciteit, de plinten, het plafond.... toen mijn moeder thuis viel en met een gebroken heup in een Rotterdams ziekenhuis belandde. Dat dit ziekenhuis niet met naam en toenaam wordt genoemd, heeft een reden.

Toen ik bij de spoedeisende hulp arriveerde was mijn moeder gelukkig 'bekend' en ik kon haar vinden op kamer 4. Eenmaal door de sluis zag ik achter een een ruimte met heel veel ramen een kamer met een grote "4". Daar lag mijn moeder inderdaad, moederziel alleen en zo te zien was ze overleden. Toen ik beter keek, bleek ze toch nog te ademen.

In de genoemde ruime met al die ramen - het leek een soort aquarium - was veel personeel aanwezig en allemaal waren ze druk in de weer met schermen of met elkaar. Het kostte verbazingwekkend veel moeite om iemands aandacht te vangen. Toen ik eindelijk iemand bereid had gevonden me te woord te staan, bleek dat ze pas binnen was en niets kon zeggen over mijn moeder.

Na nog een keer tien minuten was er iemand die me kon zeggen dat de rechterheup was gebroken en dat er een prothese geplaatst zou worden. Dat zou dan de volgende dag moeten plaatsvinden. In werkelijkheid duurde het nog een dag langer.

Dat laatste kan gebeuren, hoewel het in dit geval wel erg slecht uitkwam, dat mijn reeds wat magere moeder, nog een dag langer moest vasten. Wat ik toch wel tamelijk idioot vind is dat een spoedeisende hulp ontredderde familieleden niet standaard opvangt en begeleid. Je zou toch zeggen dat er per patiënt zich gemiddeld 1,3 persoon met dichtgeknepen keel en andere stressverschijnselen komt melden.

Maar goed, kennelijk is dit onderdeel van de zorg geen corebusiness of staat er geen adequate vergoeding tegenover..